Fragment 249, 1917
Het leven is een reis die sommigen ondernemen als handelsreiziger, anderen in het huwelijksbootje en weer anderen, zoals ik, als toerist. Ik reis door het leven om ernaar te kijken. Zoals het een goede toerist betaamt, bezie ik alles als landschap – velden, steden, huizen, fabrieken, lantaarns, cafés, vrouwen, pijn, vreugde, twijfels, oorlogen, oogst. Om alles uit mijn reis te halen wat erin zit, wil ik zoveel mogelijk voelen in een zo kort mogelijke tijd. Alles voelen op alle wijzen, van alles houden op alle manieren, het zien en aanraken van de dingen zonder ze op te pakken, ze voorbijlopen zonder om te kijken – dat lijkt me de enige waardige bestemming voor een dichter.