Wanneer het hele etiket eraf is, zie ik dat er een minuscuul papiertje aan de binnenkant geplakt is.
Het zal wel een productiefout zijn. Maar mijn wangen beginnen te gloeien en ik pulk voor de zekerheid nog even aan het papiertje. Er staat iets op, in hele kleine handgeschreven letters. Ik druk het nog net niet tegen mijn neus aan, zo dichtbij houd ik het. Nee. Dat staat er niet echt. Ik kijk om mij heen alsof ik gefilmd word, werp dan nog een blik op het papiertje:
Buiten is mogelijk
Wat betekent dit? De voorraad wordt toch altijd door robots bezorgd? Op het etiket staat echt mijn naam. Het stukje papier wordt steeds warmer in mijn hand, duizenden gedachten racen door me heen. De verstarde staat van mijn lichaam wordt pas onderbroken wanneer er time to sleep door de luidspreker klinkt. Zonder de slaapwekker zou ik niet weten wanneer het nacht is, aangezien de pods geen ramen hebben. Op automatische piloot maak ik me klaar voor de nacht en ga in bed liggen. Normaal val ik vrij snel in slaap, maar nu lig ik naar het plafond te staren. Misschien helpt het om een heldere sterrennacht op het plafond af te spelen.
Ik woel en draai tot mijn ogen op de fles vallen die ik onnadenkend op mijn nachtkastje heb gezet.
Het briefje moet door iemand aangeraakt zijn.
Kan je jaloers zijn op een stuk papier? Op de pen die tussen vingers geklemd heeft gezeten, op de inkt die eruit stroomde door de druk op de punt van de pen?
Die elegante en ervaren vingers, met schone en geknipte nagels, die sierlijke bewegingen maken. De aders op de hand die zichtbaar bloed pompen naar haar hart. De sterke armen waarmee kratten water gedragen worden. Hoe zou ze er verder uitzien? Al die tijd heeft iemand de dingen aangeraakt die ik daarna heb aangeraakt.
Hoe zou het voelen om haar warme handen tegen de mijne aan te voelen?
Wat als die handen over mijn lijf strelen – houd ik van zachte aanrakingen, of liever vingers die in mijn rondingen knijpen? Ik druk de deken tussen mijn benen, precies zo opgehoopt dat mijn brandende clitoris ertegenaan kan wrijven. Warm speeksel begint zich op te hopen in mijn mond. Dan pak ik de fles en probeer te traceren waar haar vingers langs moeten zijn gegaan. De ribbels in de verpakking lijken te vervormen naar de vulvalippen van mijn fantasiefiguur en ik voel mijn hart kloppen in mijn vagina. Steeds harder. Hijgen. Het restje water in de fles klotst met mijn bewegingen mee. De vingers van de briefjesschrijver lijken over mijn huid te glijden. Mijn hoofd brandt bijna net zo erg als mijn clitoris. Ik weet dat de ontrafeling komt.
Dan doe ik iets waar ik nog nooit eerder aan hebt gedacht: ik glijd met mijn vingers bij mezelf naar binnen en breng die daarna naar mijn mond. Ik proef mezelf en ik denk: wat zou ze van mijn smaak vinden?
Gedreven door mijn impulsen sta ik op en loop naar de keuken met de fles. Ik pak een potlood en het briefje. Als ik de fles overgiet in iets anders kan het morgen nog leeg terug de lift in.
Ik schrijf zo klein als ik kan, met mijn onbedreven vingers. Dit briefje gaat terug naar de zender. Dat moet. Wie weet of dit een nieuw begin of het einde zal betekenen, maar het enige wat ik zeker weet is dat mijn woorden in haar handen moeten komen:
Ik wil.