In het verhaal 'Stand by your man', dat in mijn nieuwe bundel staat, volgen we een countryzangeres in Nashville. Ik zocht nog naar een muzikaal verhaal in Amerika en ik had blues al gehad, jazz, dus ging mijn hoofd richting Nashville, de country-hoofdstad. Al schrijvende dacht ik ‘Wat moet die zangeres dan zingen? En wat doet haar man?’ Nou, die ligt ergens thuis, in een coma door een motorongeluk. Je neemt bij het schrijven allemaal van die afslagen die het tot een avontuur maken. De ik-figuur gaat in het verhaal mee met de zangeres, naar huis, en als lezer denk je dan ‘Wat wordt dit, gaan ze rotzooien met elkaar?’ Maar ze komen thuis bij een man die nog wel leeft, maar als het ware ligt te vegeteren. En die man kijkt de ik-figuur en de zangeres voortdurend aan. Zij zegt dat hij niets meer kan voelen, niet meer kan denken, maar is dat wel zo? Daar zit voor mij spanning, in dat obstakel.
Tien verhalen en een blues is de ondertitel van Schwung, waardoor het laatste verhaal 'Betty’s Blues' los komt staan van de rest, bijna als een soort bonustrack. Is dit een waarschuwing omdat dit verhaal zwaarder valt dan de anderen, die vaak licht eindigen?
We wilden op de cover duidelijk maken dat het om een verhalenbundel gaat en geen biografie, daarom staat dat tien verhalen er zo prominent op. Ik heb thuis in mijn jazzcollectie een plaat van saxofonist Ernie Henry, die heet Seven standards and a blues. Dat vond ik zo’n prachtige titel, dus toen kwam ik met Tien verhalen en een blues. Dat is net wat lekkerder dan gewoon Elf verhalen. Dus het is toeval dat 'Betty’s Blues' dan zo apart komt te staan, maar ik ben blij dat het prikkelt. Het is inderdaad een zwaar verhaal, over een welzijnswerker die een terminaal zieke zwerver tegenkomt die hij van vroeger kent. Welzijnswerk is heftig, ik heb het vroeger ook gedaan, heb met weggelopen jongens en meisjes gewerkt. Dan kom je de meest schrijnende verhalen tegen. Maar ook 'Betty’s Blues is niet zuiver autobiografisch; de zwerver is gebaseerd op zo’n 20, 30 zwervers die ik in mijn leven een keer ben tegengekomen.
Is er een personage waar u verliefd op bent geworden?
Toch wel die vrouw van 'Stand by your man', die countryzangeres. Net als in Locorotondo zit er een erotische geladenheid in dat verhaal, en ook hier gebeurt het uiteindelijk nét niet. Volgens mij is deze vrouw ook helemaal niet uit op seks, maar wel op genegenheid. En daarom vind ik het een mooie vrouw, deze zangeres. Omdat muziek vaak veel machismo in zich heeft ben ik juist op zoek gegaan naar sterke vrouwelijke personages. In het verhaal 'Wolk' volgen we een jong meisje die troost vindt in housemuziek. En in 'Caramba' is de ster van een jazzband, de trompettist, een vrouw die alleen haar kind opvoedt.
Eigenlijk maken de meeste personages in deze bundel wel muziek, op de een of andere manier.
Het is geen muziekboek, dan moet ik toch altijd aan een biografie denken, maar muzikale decors zijn inderdaad belangrijk in deze verhalen. Er is altijd wel een muzikale plek aanwezig, een muzikaal gegeven. En een belangrijk thema is dat er hopelijk altijd mededogen in de verhalen zit, het zijn allemaal mensen die een beetje uit het lood staan. Zoals het verhaal 'Shepp' over jazzsaxofonist Archie Shepp, op een concert aan het eind van zijn leven, waarbij iemand in het publiek hem ‘sneu’ noemt. Daar kan ik heel boos om worden, om zo’n opmerking. Ik kies altijd voor de zieke oude man, en niet voor de klootzak die zegt ‘Dit kun je toch niet meer maken.’ Muziek en mededogen, dat zit er altijd wel in.