Het bevattingsvermogen achter dit soort verzen is nuchter en gul, een bevattingsvermogen dat weids heeft gelezen en geen genoegen neemt met verouderde gedachten. De dichter is moedig, hoewel Ewing zelf zich bescheiden opstelt (uit datzelfde voorwoord): ‘This collection of poems is meant as a small offering, an entry point into a conversation about a part of our history that I think is worth talking about much more than we do.’ De bundel bevat foto’s, citaten, een van de gedichten is grotendeels zwart afgelakt, er zijn bijbelse passages, zelfs een tram komt heel even aan het woord, het idee ontstaat van een getuigenis, een wezenlijk document, van gedichten gered uit het vuur. Dit is de laatste strofe van ‘True Stories About the Great Fire’:
1919 is een uitzonderlijk literair werk, maar ik breng het niet met een didactisch doel ter sprake. Ik schrijf u niet aan om u van iets te overtuigen. Vooral hoop ik de onverwachte lezer van deze brief op een wellicht nog onbekende dichter en bundel te wijzen. Bezieling maakt van ieder mens een heraut.
Neem me dus niet kwalijk, deze ‘boekentip’ is niet direct aan u gericht. U leest toch niet meer. Oh, u zult nog wel lezen, voor verstrooiing en productieverhoging, maar het echte lezen, daar heb ik het over, het lezen ter beleving, het lezen van werkelijke ervaring en blijvende herinnering, dat lezen zal u nu even vreemd voorkomen als de verlangens en gedachten van uw medemens.
U hebt gekozen, u bent op uw plek, een ambt dat door z’n onwrikbare vorm en opdracht onmiddellijk een schil vormt rond het geweten, een positie die afscheid verlangt van het laatste persoonlijke. Zijlstra, Witteveen, Vondeling, Nelissen, Duisenberg, Andriessen, Van der Stee, Ruding, Kok, Zalm, Hoogervorst, Bos, De Jager, Dijsselbloem, Hoekstra – dit zijn uw voorgangers. Zijlstra, Vondeling en Witteveen zult u waarschijnlijk amper bewust hebben meegemaakt, maar de namen erna, gehoorzame architecten van ons heden, zaten daar uw helden tussen? Uw benoeming als een bekroning zien is de dwingende eenvormigheid ontkennen, de antidynamiek die het departement immer heeft beheerst. Onder de zelfbedwelmende wetten van de meritocratie hebt u gekozen. Het ambt onthult de persoon die al langer naar onthechting heeft toegeleefd.
Het is waar, u bent actief deel van een reeks destructieve, naoorlogse kabinetten. Geen zorgen. U hoort bij een min of meer ongenaakbare kaste, het is u gegeven naast de geschiedenis te leven, u kunt zich eruit denken. Maar voor wie terugbladert zal dit altijd uw verhaal blijven. Minister van Financiën in het vierde kabinet van Mark Rutte.
Met hoogachting,
Gustaaf Peek