Er is een vraag die me bezighoudt sinds het overlijden van mijn moeder. Eigenlijk houdt deze vraag me al bezig sinds ik een jaar of 13/14 was, toen we dit huis kregen. Waarom kozen mijn ouders een appartement zo dicht bij de begraafplaats? En wat me achteraf gezien misschien nog meer verbaast, is dat het hen juist zoveel rust bracht. Zo zag ik ze regelmatig dua’s doen, turend naar de begraafplaats. Was het een manier om dichter bij hun vaders te zijn, die overleden terwijl zij zich in Europa bevonden? Of hebben ze ooit met z’n tweeën een afspraak gemaakt om zo dicht mogelijk bij elkaar te blijven, zelfs als – vooral als – een van hen zou overlijden?
Ik denk dat het niet de redenen waren om specifiek dit huis te kopen. Ik denk dat wat hen aantrok de ligging en de toen nette omgeving was. Maar toch geloof ik het graag, en zolang ik het niet vraag, bepaal ik zelf.
5 december
Vandaag is de dag dat ik het graf van mijn moeder ga bezoeken. Met spanning, maar ook met een nieuw soort zachtheid, verlaat ik het huis en loop ik met een stevige pas — die mij ongewoon is — naar de begraafplaats. De route is mij bekend, in mijn hoofd tenminste. Ik loop de begraafplaats binnen en word gelijk overspoeld door een nieuw gevoel. Een hitte die ik buiten de poorten niet voelde, alsof het een paar graden warmer is hier.
Ik loop over de begraafplaats en zoek naar de naam van mijn moeder, geschreven in het Arabisch. Ik vind haar graf niet, ik vind haar naam niet. De paniek slaat op mijn richtingsgevoel en ik zoek willekeurig in elk pad, lees elke naam, totdat alle paden en alle namen op elkaar beginnen te lijken. Teleurgesteld in mijn zelfoverschatting en dat ik het aanbod van mijn tante om mee te gaan afwees, verlaat ik de begraafplaats met een vochtige laag over mijn zonnebril, een mix van zweet en ontsnapte tranen.
Later die avond, als we bij mijn oma thuis zijn, vertel ik dat ik het graf niet kon vinden. Ze vertellen me dat de naam van mijn moeder van het familiegraf is gehaald. Dit komt als een klap binnen; ik merk dat ik verstijf. Ik wil zoveel zeggen, ik wil kwaad worden, maar ik heb er de energie niet voor. Het verwerken van deze informatie voelt als een enorme opgave, waardoor ik geen kracht heb om er iets over te zeggen. Ik vraag naar de reden hiervan, maar er wordt Egyptisch vaag gedaan, een fenomeen waarbij er antwoord wordt gegeven zonder daadwerkelijk antwoord te geven. Ik merk dat het me irriteert en doe wat ik vaak doe als ik overvallen wordt door emoties: ik trek me terug. Mijn tante biedt aan om morgen met me mee te gaan en ik accepteer dit.
6 december
Zodra ik wakker word, neem ik contact op met mijn tante en spreken we af bij de ingang van de begraafplaats. Terwijl wij naar binnen lopen, vraag ik haar nogmaals wat de reden is dat mijn moeders naam is verwijderd van het graf. Ze zegt dat er een familieruzie is ontstaan en dat de kant van mijn oma vindt dat mijn moeder aan de kant van mijn opa begraven had moeten worden, en de rest van haar woorden hoor ik wel, maar komen niet binnen. Ik verval in de gewoonte me te dissociëren, ik zone uit. Mijn benen bewegen zich en verplaatsen mij naar het graf, op alles wat mijn tante zegt, knik ik. Maar ik voel me leeg en ben oververhit. En opeens sta ik voor het graf. Ik word in een klap overvallen door verdriet en een duizeligheid waardoor ik mijn voeten opnieuw moet stationeren. Zonder naam bij het graf voelt het een moment alsof alleen de overgebleven botten van mijn moeder er nog liggen, ik zie de begraafplaats als een praktische opbergplek. Ik probeer de gebeden te zeggen die ik ken, maar ik ben ongeconcentreerd en de taal even niet meer machtig. We halen de dode planten van het graf en maken het schoon.
Bij het weglopen doe ik een poging om tegen mijn tante te zeggen dat ze het aan ons had moeten doorgeven, maar midden in mijn zin slik ik mijn woorden in. Ik kom tot het besef dat ik door het weinige contact en door in Nederland te wonen, zeggenschap ben kwijtgeraakt. Is dit het? Is dit de prijs die je betaalt voor migratie? Wisten mijn ouders toen ze dit land verlieten dat dit ooit een topic zou zijn? En wat heb ik ermee te maken? Ik heb nooit de keuze gemaakt om zo geconfronteerd te worden met een realiteit waarin ik geen vorm van zeggenschap heb.
Tijdens deze momenten van onmacht wil ik over zulke onderwerpen met mijn moeder praten. Ik wil het met haar hebben over hoe zij omging met het zijn van de oudste zus en het verliezen van die positie toen ze in het buitenland ging wonen. Ik wil weten hoe ze hierop zou reageren, of ze boos zou zijn. Ik wil aan haar bed zitten en zien hoe ze boos wordt. Ik wil aan haar bed zitten en zien dat ze er oké mee is.
Dit gaat niet over migratie, niet over de verkiezingen in Nederland of over de groeiende armoede in Egypte en dat dat kan zorgen voor hebzucht en een gebrek aan empathie. Het gaat niet over familieruzies en daar wel of niet in verstrikt raken. Als dit ergens over gaat, gaat het over een zoon die heeft gewacht om het graf van zijn moeder te bezoeken en deze hoopt aan te treffen zoals hij deze heeft achtergelaten met haar naam erop. Juist nu hij een bepaalde zachtheid probeert te vinden in het rouwen en het verwerken van dit verlies.