Laatste vraag: hou je een dagboek bij?
Er is een citaat uit Nonfiction dat ik heb opgeschreven in het exemplaar van mijn roman dat ik meeneem als ik ergens moet voorlezen. Er staat: ‘beperk je blik’. Het is de les die jouw verteller haar student meegeeft: laat dingen weg. Bij het schrijven van een roman gaat het erom dat je je focus versmalt. Dit is iets wat ik al wist, maar ik had deze heldere formulering niet, hij helpt me als ik het gevoel heb dat iemand denkt dat ik mijn hele privéleven op papier smijt. Misschien moet ik het bij mezelf houden, ben ík bang dat ik mijn hele privéleven op papier smijt. En tegelijkertijd weet ik dat ik mijn blik beperk. Ik laat dingen weg.
Dank je voor dit heldere beeld, Julie. En dank je voor de roman die je jaren geleden schreef, Something Might Happen. Ik pak hem op dit moment van mijn boekenplank en zie dat hij twintig jaar geleden is gepubliceerd. Dit boek heeft me geholpen om op een kalme, niet-satirische manier over huiselijke relaties te schrijven. Voor het eerst dacht ik: aha, dit kan een serieus onderwerp zijn.
Nog een laatste dingetje. Dit is ook weer schaamte-gerelateerd. Die angst, mijn angst, om de mensen van wie ik houd, die ik leuk vind, die ik leuk zou kunnen vinden, schade toe te brengen met mijn schrijven. Denk je dat dit vaker een probleem is voor vrouwelijke schrijvers? Ik las vandaag een column in een grote Nederlandse krant van een tamelijk beroemde Nederlandse schrijver die zichzelf het volgende afvroeg: Is het mogelijk om te geloven dat mensen goed zijn en tegelijkertijd romanschrijver te zijn? En toen gaf hij het antwoord: Nee. Je hoeft niet te denken dat mensen niet deugen (people they ain’t no good – sorry, Nick Cave is in mijn hoofd aan het zingen nu), maar je moet bereid zijn om jezelf te vermaken met de mensen en altijd in je achterhoofd te houden dat je ze kunt verleiden. Tot alles.
Ik weet het niet. Soms denk ik weleens dat schrijven meer een spelletje is. Voor mannen. En ik twijfel erover of dit voor vrouwelijke schrijvers ook goed zou zijn. Om je privédingen, je emotionele toestand om te vormen tot iets vreemds en werelds en onverbiddelijks.
Dat gezegd hebbende: je boek Nonfiction is een van de meest on-vreemde (godzijdank), maar wel wereldse én persoonlijke, emotionele, onverbiddelijke én liefste die ik in de afgelopen jaren heb gelezen. Ik weet zeker dat de Amerikanen onder de indruk zullen zijn.
En dat gezegd hebbende: ik moet nu naar bed. Ik slaap niet zo goed. Ik word altijd rond vier uur wakker en denk: wat zal ik doen? Lezen? Een kopje thee maken? Ik laat nooit mijn nagels doen, maar ik verlang er altijd naar. Volgende week ga ik naar mijn kapper, hij komt uit Londen, ik ken hem al jaren, hij heeft me door ieder stadium van kleuren en knippen geholpen, ik heb mijn pyjama al aan, geen schoenen, alleen sokken, ik ben dol op koken, ik heb vanavond een nostalgische ovenschotel gemaakt, een ode aan mijn woongroep in de jaren tachtig, met heel veel prei erin. Nou, mijn taak zit erop. Nu is het jouw beurt.
Veel liefs,
Je vriendin uit Amsterdam,
Marja