De herschrijving van klassieke teksten vormt een eigen genre binnen de literatuur, dat zich bij uitstek leent om stemmen die eerder niet werden gehoord te laten weerklinken. ‘There is always the other side, always,’ aldus Antoinette Cosway Mason, de hoofdpersoon in Jean Rhys’ De wijde Sargassozee. De wijde Sargassozee is de herschrijving van Charlotte Brontë’s gothische roman Jane Eyre (1847), waarin ‘Bertha Mason’, de eerste vrouw van Mr. Rochester, verzwegen en verstopt, de reden is dat Jane niet met de door haar geadoreerde, Heathcliffiaanse antiheld kan trouwen. Veel compassie voor deze vrouw toont Jane niet; al haar medelijden gaat uit naar Mr. Rochester, die haar vertelt dat Mason wild en ‘onkuis’ was. In De wijde Sargassozee schetst de Brits-Caraïbische Rhys een compleet ander beeld van de situatie. Haar Antoinette – geboren op Jamaica, waar ze, door haar gemengde afkomst, overal buiten valt – wordt uitgehuwelijkt aan Engelsman Rochester en probeert daar het beste van te maken. Ze heeft hem lief en wil dat hij haar liefheeft, maar haar pogingen hem voor zich te winnen zijn een bij voorbaat verloren strijd: zowel Jamaica als Antoinette beangstigen Rochester. Het is hem allemaal te kleurrijk, te sensueel en vooral niet Engels genoeg. Rochesters wreedheid – inclusief ontrouw – maakt Antoinette wanhopig, wat hij interpreteert als waanzin. En een waanzinnige vrouw, daarmee kan een negentiende-eeuwse man doen wat hij wil. Hij neemt haar mee naar Engeland en sluit haar op. Maar stil krijgt hij haar niet, ook niet in Jane Eyre. Als ‘mad woman in the attic’ blijft ze rondspoken en schreeuwen, tot ze uiteindelijk het huis in brand steekt.